Statuten

Naam en zetel

Artikel 1

1. De stichting draagt de naam: Stichting Ada Alumni.

2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Eindhoven.

Doel

Artikel 2

1. De stichting heeft ten doel: het bijeen brengen van de alumni van de opleidingen aan de faculteit Wiskunde en Informatica van de Technische Universiteit Eindhoven (hierna: "TU/e") en hen de nodige middelen bieden om de contacten te onderhouden, en voorts al hetgeen hiermee in verband staat of daartoe bevorderlijk kan zijn.

2. De stichting beoogt niet het maken van winst.

3. Van doel is uitgesloten het doen van uitkeringen aan een van de oprichters van de stichting of aan hen die deel uitmaken van een orgaan van de stichting.

Middelen

Artikel 3

De stichting tracht haar doel te bereiken door middel van nieuwsbrieven, de website, een online communicatieplatform, het organiseren van bijeenkomsten (zoals reünies) en alle overige wettelijke middelen.

Vermogen

Artikel 4

1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door:

- subsidies en bijdragen;

- schenkingen, erfstellingen en legaten;

- andere verkrijgingen en baten.

2. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.

Bestuur

Artikel 5

1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur zelf te bepalen aantal leden met een minimum van drie.

2. Bestuursleden hebben geen recht op een beloning voor de uitoefening van hun taken. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten, mits onderbouwd met stukken en deze kosten niet bovenmatig zijn.

Benoeming

Artikel 6

1. De bestuursleden worden benoemd door het bestuur van de stichting zelf.

2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door een persoon worden vervuld.

3. Een benoeming die niet voor bepaalde tijd is gedaan geldt voor onbepaalde tijd, met dien verstande, dat een persoon slechts kan plaatsnemen in het bestuur zolang hij/zij als student verbonden was aan de faculteit Wiskunde en Informatica van de TU/e.

4. Wanneer het bestuur geheel of gedeeltelijk ontbreekt en daarin niet overeenkomstig deze statuten wordt voorzien, kan de rechtbank op verzoek van iedere belanghebbende in de vervulling van de vacatures voorzien. De rechtbank neemt daarbij zoveel mogelijk de statuten in acht.

Einde bestuurslidmaatschap

Artikel 7

1. Onverminderd het in de wet omtrent schorsing en ontslag bepaalde kunnen bestuursleden te allen tijde worden ontslagen op dezelfde wijze als waarop zij werden benoemd.

2. Het bestuurslidmaatschap eindigt verder:

a. door bedanken;

b. door ontslag, aan hem/haar verleend door het bestuur;

c. overlijden;

d. verlies krachtens enige wetsbepaling van het vrije beheer over eigen vermogen;

e. door ontslag op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek.

f. door het verstrijken van de periode waarvoor hij/zij benoemd is.

Bestuursmacht

Artikel 8

1. Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de stichting. Het bestuur blijft daartoe bevoegd, ook indien er een of meer vacatures bestaan. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie.

2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en ook niet tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een ander verbindt. De uitsluiting geldt mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de stichting ter zake van deze rechtshandelingen.

Vertegenwoordiging

Artikel 9

1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.

2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.

3. Het bestuur kan onder haar verantwoordelijkheid een of meer andere bij de stichting werkzame personen of derden schriftelijk volmacht verlenen om de stichting te doen vertegenwoordigen bij de in de volmacht nauwkeurig te omschrijven rechtshandelingen.

Vergaderingen

Artikel 10

1. Ieder jaar wordt ten minste een vergadering gehouden.

2. Het bestuur vergadert voorts zo vaak de voorzitter of twee andere leden dat wenselijk vinden.

3. De oproeping tot de vergadering geschiedt schriftelijk door één van de bestuursleden ten minste zeven (7) dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven. Indien een bestuurslid daarmee instemt, kan de oproeping tot een vergadering geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het bestuurslid voor dit doel aan de stichting is bekendgemaakt.

4. Bij de oproeping worden de plaats en tijdstip van de vergadering, alsmede de te behandelen onderwerpen vermeld.

5. Van het verhandelde in elke vergadering worden notulen gehouden. De notulen worden vastgesteld door de voorzitter en de secretaris van de betreffende vergadering.

6. Ieder lid kan zich in bestuursvergaderingen - onder eigen verantwoordelijkheid - bij schriftelijke volmacht laten vertegenwoordigen, doch slechts door een medebestuurslid.

7. Het bestuur kan slechts besluiten nemen in vergaderingen, waarin ten minste de helft van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. Echter, indien in een vergadering niet aan deze quorum-eis is voldaan, kan ten minste twee weken later een tweede vergadering worden gehouden, waarin omtrent onderwerpen die in de eerste vergadering aan de orde waren gesteld rechtsgeldig kan worden besloten, ook indien in die tweede vergadering niet ten minste de helft van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.

8. Indien de door de wet of de door of krachtens de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen en het nemen van besluiten niet in acht zijn genomen, kan toch geldig worden besloten over alle aan de orde komende onderwerpen, mits dat geschiedt met unanimiteit van stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

9. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk en bij unanimiteit van stemmen geschiedt, en geen van de bestuursleden zich tegen deze manier van besluiten heeft verzet. Onder "schriftelijk" wordt te dezen verstaan: alle via de gangbare communicatiemiddelen overgebrachte leesbare berichten waarvan uit geschrift blijkt.

10. Een bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij/zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting als bedoeld in artikel 8 lid 1. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.

Stemrecht

Artikel 11

1. Ieder bestuurslid heeft één stem.

2. Voor zover in de statuten niet anders bepaald worden alle bestuursbesluiten genomen met meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.

3. In het geval de stemmen staken, zal worden herstemd. Staken de stemmen dan nogmaals, dan is het voorstel verworpen, ook bij verkiezing van personen.

4. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij een van de stemgerechtigden een schriftelijke stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de wet of de statuten voorzien, beslist de voorzitter.

Belet of ontstentenis

Artikel 12

1. In geval van belet of ontstentenis van één of meer bestuurders berust het bestuur van de stichting bij de overblijvende bestuurders dan wel bij de enig overgebleven bestuurder.

2. In geval van belet of ontstentenis van alle bestuurders of van de enige bestuurder, berust het bestuur van de stichting tijdelijk bij een of meer door daartoe aangewezen personen. De op grond van de vorige zin tijdelijk aangewezen persoon of personen benoemt of benoemen binnen een termijn van twee maanden of een langere termijn als door de rechtbank is bepaald (een) nieuwe bestuurder(s) met inachtneming van deze statuten.

3. Het bepaalde in deze statuten omtrent het bestuur en de bestuurders is, voor zover mogelijk, van overeenkomstige toepassing op deze aangewezen persoon of personen met dien verstande dat de op grond van dit artikellid aangewezen persoon of personen in geval van belet van alle bestuurders of de enige bestuurder niet bevoegd is of zijn om besluiten te nemen als bedoeld in artikel 16 en artikel 17.

Administratie

Artikel 13

Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14

1. Het bestuur is verplicht tot het houden van zodanige aantekeningen omtrent de vermogenstoestand van de stichting, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.

2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van de baten en lasten van de stichting op te maken. Binnen dezelfde termijn stelt het bestuur ook een jaarverslag op.

3. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.

4. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

Reglementen

Artikel 15

1. Het bestuur stelt desgewenst een huishoudelijk reglement vast.

2. Bepalingen daaruit mogen niet in strijd zijn met de wet of statuten.

3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of in te trekken.

Statutenwijziging

Artikel 16

1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.

2. Het besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering van het voltallige bestuur. Is de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is niet voltallig, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen, doch ongeacht het aantal aanwezigen.

3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin het voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd.

4. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het verlijden van die akte is ieder bestuurslid afzonderlijk bevoegd.

Ontbinding en vereffening

Artikel 17

1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 16 lid 2 en 3 van overeenkomstige toepassing.

2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.

3. De vereffening geschiedt door het bestuur, tenzij het bestuur één of meer andere personen tot vereffenaars benoemt.

4. Een eventueel overschot na vereffening moet zoveel mogelijk worden besteed overeenkomstig het doel van de stichting, ter beoordeling van het bestuur.

5. Na afloop van de vereffening moeten de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren worden bewaard, door degene die daartoe wordt aangewezen door de vereffenaars. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

Slotbepaling

Artikel 18

In alle gevallen waarin de statuten of het huishoudelijk reglement niet voorzien beslist het bestuur.